(de resultaten van Cultuurpanel 2017 in een slides-carrousel – blader met de pijltjes – een pdf van deze slides is HIER te downloaden)

 

RESULTATEN DOORLOPEND ONDERZOEK

Werkenden vertellen via Cultuurpanel wat zij belangrijk vinden en wat beter kan

In 2016 is het Sociaal Fonds Podiumkunsten gestart met een doorlopend onderzoek naar werken in de culturele sector. Een vaste groep van meer dan 500 werknemers en zelfstandigen beantwoordt onder het motto “Ik heb iets te vertellen over cultuur” regelmatig vragenlijsten over diverse onderwerpen. De uitkomsten schetsen een beroepsgroep met een opmerkelijk  doorzettingsvermogen.

De resultaten over 2017 staan in de bovenstaande Factsheets. Hieronder lichten we er enkele opvallende uitkomsten uit. De komende tijd worden regelmatig updates uit Cultuurpanel gepubliceerd.

Opvallende resultaten

  • De meerderheid van de respondenten (67%), werkt al meer dan 10 jaar in de culturele sector (44% zelfs al meer dan 20 jaar).
  • Het aandeel zelfstandigen (zzp’ers) in Cultuurpanel (48%) is – net als in de gehele culturele sector – groter dan landelijk (17%). Ruim een vijfde van de respondenten (21%), werkt zowel zelfstandig als in loondienst.
  • De door respondenten meest genoemde redenen om als zzp’er te werken, zijn de beperkte mogelijkheden om hun beroep in loondienst uit te oefenen (41%) en de mogelijkheid om zelf te bepalen hoeveel en wanneer je wilt werken (36%).
  • De zzp’ers in Cultuurpanel werken gemiddeld 6 uur per week langer dan hun collega’s met een dienstverband. Slechts 44% van hun gewerkte uren zijn declarabel. Dat is aanzienlijk minder dan landelijk: 65% declarabel.
  • De meeste werknemers in Cultuurpanel (85%) maken wel eens overuren: gemiddeld ca. 6 uur per week. Ze doen dit wel vaker en gemiddeld ook langer dan landelijk (67% maakt overuren; gemiddeld 3 uur per week).
  • Bijna twee derde (64%) van de werknemers zegt wel eens onbetaald (over-)werk te verrichten. Van de zzp’ers werkt bijna driekwart (73%) wel eens zonder betaling. Landelijk liggen deze percentages flink lager. Meestal gaat het bij onbetaald werk om extra werk, overwerk of vrijwilligerswerk zonder vergoeding. Eén op de vijf zzp’ers in Cultuurpanel (21%) werkt wel eens voor een verlaagd tarief.
  • Respondenten die als zzp’ers werken, maken zich meer zorgen over hun financiële situatie dan werknemers in loondienst. Meer dan de helft van de zelfstandigen (54%) geeft aan onvoldoende opdrachten te hebben. Hoewel beide groepen hun inkomen vergelijkbaar vinden met het marktgemiddelde voor hun werk of functie, zijn werknemers in loondienst meer tevreden met hun inkomen dan de zzp’ers.
  • Bijna de helft van de zelfstandigen (49%) bouwt geen pensioen op. De meeste (93%) daarvan geven aan dat ze dit niet kunnen betalen. Zelfstandigen die wel pensioen opbouwen, doen dit via zelf sparen of beleggen (51%), een individuele pensioenregeling (25%) of via een regeling bij een (voormalige) werkgever (20%). Het merendeel van de werknemers (86%) bouwt pensioen op via de werkgever.
  • Driekwart van de zelfstandigen (76%) heeft geen arbeidsongeschiktheidsverzekering: 87% van hen vindt dit “te duur”. Een klein deel (15%) zegt geen verzekering nodig te hebben, dankzij financiële reserves of inkomen van de partner. Eén op de tien zzp’ers is lid van een broodfonds.
  • Ruim een derde van de werkenden met een baan (35%) maakt zich zorgen over het behoud daarvan. De meerderheid (65%) overweegt een andere baan te gaan zoeken. De meerderheid (60%) wil dit om zich verder te kunnen ontwikkelen. Een kleiner aantal (23%) wil werk dat beter betaalt.
  • De zzp’ers komen vooral aan nieuwe opdrachten via hun eigen netwerk (90%), via eerdere opdrachtgevers (75%), door “koude” acquisitie (56%) of via hun website (40%). Bijna de helft vindt het werven van nieuwe opdrachten (zeer) moeilijk. Bijna driekwart van de zzp’ers werkt samen met andere zelfstandigen. Meestal gaat het dan om gezamenlijk ontwikkelen en leveren van diensten, elkaar inhuren of het delen van vakkennis en netwerkcontacten.
  • Ruim de helft van de zzp’ers (56%) ziet ‘uitbreiding van ondernemerschap’ als de volgende stap in zijn of haar loopbaan. Eén op de tien zelfstandigen overweegt een ‘ander beroep of functie’. Voor werknemers is de meest genoemde volgende stap ‘het zoeken van ander werk’ (36%), gevolgd door ‘een ander beroep/functie’ (28%) en bijscholing (26%).
  • Zowel werknemers als zelfstandige respondenten vinden de mogelijkheid om te (blijven) leren en ontwikkelen belangrijker dan de algemene beroepsbevolking. Het aandeel werkenden dat de afgelopen 2 jaar bijscholing heeft gevolgd, is hoger dan in de algemene beroepsbevolking. De bijscholing is vooral gericht op “breder inzetbaar worden” (38%) en “op peil houden van beroepscompetenties” (20%).
  • Veel respondenten – zowel werknemers als zelfstandigen – hechten grote waarde aan de mogelijkheid tot “doorlopend leren” tijdens hun loopbaan. Het is voor veel van hen de “enige manier om relevant te blijven en je werk leuk te blijven vinden”. Een selectie van hun opvattingen over de mogelijkheid om te blijven leren is opgenomen in de factsheets.
  • Meer dan de helft van de respondenten (55%) heeft te maken met een (zeer) hoge werkdruk. Die hoge werkdruk gaat voor ca. één of de vier werkenden vaak ten koste van hun familie- of gezinsactiviteiten (landelijk: 10%). De gemiddelde werkdruk ligt is vergelijkbaar met het niveau van de top 10 beroepen met de hoogste werkdruk (o.a. leerkrachten, medisch personeel, horecamedewerkers). Desondanks zegt de overgrote meerderheid (85%) van de respondenten te kunnen voldoen aan de fysieke en psychische eisen die het werk hun stelt.
  • Bijna driekwart (74%) van de respondenten ervaart zijn of haar gezondheid als (zeer) goed. Het gezondheidsniveau is lager dan in de algemene beroepsbevolking (82%). Dit geldt nog in sterkere mate voor de zzp’ers: zij voelen zich gemiddeld minder gezond dan de respondenten met een dienstverband. Het aandeel zzp’ers met burn-outklachten (20%) is meer dan tweemaal zo hoog als onder zelfstandigen landelijk (8%). Ondanks hun gemiddeld slechtere gezondheid verzuimen zowel de werknemers als de zzp’ers in Cultuurpanel minder vaak en ook minder langdurig van hun werk door ziekte dan werknemers en zelfstandigen in overige sectoren.
  • Het levensjaar tot waarop men denkt te willen en te kunnen doorwerken, is een indicatie van duurzame inzetbaarheid (het vermogen om gezond, vitaal en productief door te werken tot de pensioenleeftijd). Zowel de werknemers als de zelfstandigen in Cultuurpanel geven aan dat zij gemiddeld 4 jaar (werknemers) tot wel 11 jaar (zzp’ers) langer na hun pensioenleeftijd willen doorwerken dan werkenden in overige sectoren. Het aantal jaren dat ze langer denken te kunnen doorwerken bedraagt resp. 5 (werknemers) en 6 jaar (zzp’ers).  Sommige zzp’ers geven aan dat zij door een tekort aan pensioen wel moeten doorwerken na hun pensioenleeftijd.
  • Het merendeel (70% tot 80%) van de respondenten zegt zelf verantwoordelijk te zijn voor het op peil houden of verbeteren van zijn of haar duurzame inzetbaarheid.

Conclusies

De werkenden die lid zijn van Cultuurpanel vertellen ons dat zij in vergelijking met de overige beroepsbevolking minder vaak vrijwillig van baan of beroep wisselen, ze verrichten vaker en langer onbetaald (over)werk, ze vinden leren en ontwikkelen om breder inzetbaar te worden belangrijker, ze voldoen minder vaak aan de psychische eisen van het werk, ze krijgen vaker te maken met een (zeer) hoge werkdruk, ze voelen zich minder gezond, verzuimen daarentegen minder vaak en lang van hun werk, en tot slot verwachten ze tot een hogere leeftijd te kunnen/willen doorwerken dan werkenden in andere sectoren.

Specifiek voor de groep werknemers geldt dat zij zich vaker zorgen maken over het behoud van hun baan, vaker overwegen een andere (beter betaalde) baan te gaan zoeken en dat zij  minder vaak denken dat ze gemakkelijk een andere baan kunnen krijgen dan werknemers uit overige sectoren.

En voor de groep zzp’ers geldt dat zij in vergelijking met hun collega’s in loondienst gemiddeld twee maal zoveel onbetaald (over)werk verrichten, dat de helft van hen geen pensioen opbouwt, dat drie kwart werkt zonder arbeidsongeschiktheidsverzekering, dat de helft het verkrijgen van betaald werk als zeer moeilijk ervaart, dat zij zich aanzienlijk ongezonder voelen, dat desondanks slecht één op de tien een ander beroep of functie overweegt, en dat voor de meerderheid doorwerken na de pensioenleeftijd onvermijdelijk is om financiële redenen. En tot slot: het percentage zelfstandigen dat symptomen van een burn-out rapporteert, ligt tweemaal zo hoog als onder zelfstandigen in overige sectoren.

Een deel van deze uitkomsten komt overeen met eerder onderzoek in de culturele sector, maar er zijn ook nieuwe opvallende feiten en enkele tegenstrijdige uitkomsten naar voren gekomen. De komende tijd zullen de onderzoekers de uitkomsten nader analyseren en zo nodig aanvullende gegevens verzamelen via Cultuurpanel. Op basis daarvan krijgen we met behulp van de panelleden een steeds nauwkeuriger beeld van hun werksituatie, wat er goed gaat, waar de knelpunten zitten en waar de ruimte zit voor verbeteringen.

Concluderend kan gezegd worden dat de resultaten van het eerste jaar Cultuurpanel het beeld schetsen van een beroepsgroep die het enerzijds qua werkomstandigheden niet gemakkelijk heeft, maar die anderzijds ook zeer gemotiveerd en vaardig lijkt om zich aan de omstandigheden aan te passen en hun loopbaan zo goed en zo lang mogelijk voort te zetten in deze economisch, fysiek én emotioneel uitdagende sector.

Ben jij al lid van Cultuurpanel?

Meld je aan (‘word Cultuurpanellid’ in het menu hierboven) en vertel wat jij te zeggen hebt over werken in de culturele sector. Doe mee, laat horen wat jij als werkende belangrijk vindt en draag bij aan een prettige en gezonde werkomgeving voor iedereen. Meer dan 500 collega’s zijn al lid.

Werk jij in de cultuursector en heb je wat te vertellen? Schrijf je in en draag bij aan een prettige en gezonde werkomgeving voor iedereen in de creatieve sector.